Voor het invoeren van de kinderen van Joannes Baptiste Decap en Maria Theresia Vermote heb ik mij gebaseerd op de gegevens uit de stamboom opgemaakt door Walter De Cap (Geneanet).
Joannes Baptiste en zeker 7 van zijn kinderen (Philippus, David, Falentin, Joannes Andreas,Albin, Livinus en Pierre) waren visser. Het vissen op de Blankaert en in de vaarten van de "broekage" was voor vele inwoners van de omliggende wijken een beroep of bijverdienste.
In de 18de eeuw vermelden de parochierekeningen van Woumen beroepsvissers die allemaal op de Blankaartvijver actief waren. Het aantal beroepsvissers wisselt jaarlijks van 5 tot 17, met een absolute piek van 20 in 1771.
Ook in de 19de en 20ste eeuw waren nog altijd beroepsvissers aanwezig al hadden ze een ander hoofdinkomen.
De combinatie van boer, eendenkooier of weidewachter, jager of stroper lijkt een traditie die in de eerste helft van de 20ste eeuw onverminderd doorging.
De technieken om vis te vangen waren heel gevarieerd. De eenvoudigste technieken zoals vis rapen, paling steken, vissen met fuiksystemen waren vaak al heel oud en werden zeker niet alleen door de echte vissers gebruikt, maar ook door boeren, kinderen, stropers en andere lokale bewoners. De technieken met netten werden wel volop door de echte vissers gebruikt, zolang ze wettelijk waren toegestaan.
Paling was zonder enige twijfel de meest gegeerde vissoort van de Ijzer en de broeken en werd gevangen met een hele resem methoden.